Voor het beoogde aandeelhouderschap van de gemeente van 40 miljoen in het nieuwe Feyenoord-stadion is onvoldoende onderbouwing aanwezig. In de besluitvorming over Feyenoord City stond het maatschappelijk belang van de gebiedsontwikkeling centraal, maar er is geen duidelijke onderbouwing van het publiek belang van aandeelhouderschap in het stadion gegeven. Dat is de conclusie van de onafhankelijke Rekenkamer in een tussenrapportage ‘aandeel zonder belang’ naar de financiële bijdrage van de gemeente in dit project.
De benodigde zelfstandige besluitvorming over het publieke belang heeft niet plaatsgevonden en hierdoor zijn er geen alternatieven afgewogen. Verder constateert de Rekenkamer het risico dat de gemeente door toenemende druk op Feyenoord City meer verantwoordelijkheid op zich neemt dan strikt past bij haar rol en bij gemaakte afspraken.
‘’Aandeelhouderschap in een private partij is alleen mogelijk als er een publiek belang is voor de gemeente. Dit is een maatschappelijk belang dat zonder overheidsingrijpen niet tot stand komt, omdat de markt hier niet zelf toe in staat is. De gemeenteraad dient betrokken te zijn bij de besluitvorming over het publiek belang van aandeelhouderschap. Bij Feyenoord City heeft de besluitvorming zich echter geconcentreerd op het maatschappelijk belang van deelname aan de gehele gebiedsontwikkeling. De gemeente heeft niet duidelijk gemaakt wat het publiek belang is dat aandeelhouderschap in het stadion noodzakelijk maakt en of daarvoor alternatieven zijn.’’
De Rekenkamer is verder kritisch over de wijze waarop de risico’s in de halfjaarlijkse voortgangsrapportages aan de raad worden gepresenteerd. De gebruikte methode maakt de daadwerkelijke hoogte van risico’s niet duidelijk en ook zijn de ontwikkelingen van risico’s niet goed te volgen. Het advies aan het stadsbestuur is daarom ook om alsnog helder te definiëren welk publiek belang de gemeente zou moeten dienen met deelname in het stadion en vast te houden aan de vooraf bepaalde wijze van gemeentelijke betrokkenheid bij het project.
Ook vindt de rekenkamer garanties voor toegang tot alle informatie voor de externe toets van belang.